Let op: bestudeer voor het slepen het instructieboekje van uw auto!
Controleer de kabel voor het gebruik op eventuele beschadigingen voor slijtage.
Plaats de sleepkabel alleen aan de hiervoor bestemde sleepogen van de auto's.
Nooit slepen met een auto waarvan mogelijk de remmen, de besturing en/of de verlichting het niet doen.
Bij auto's met een stuur en rembekrachtiging dient bij een niet draaiende motor meer pedaal en stuurkracht te worden verricht.
Schakel de alarmverlichting aan en plaats een gevarendriehoek achter de achterruit van de achterste auto.
Laat het contact aan van de weg te slepen auto (in verband met stuurslot).
Rij langzaam en bedachtzaam weg, afslaan op tijd aangeven.
De achterste auto moet er voor zorgen dat de kabel gedurende het slepen gespannen blijft.
Houd 30 km/h als maximumsnelheid aan.